Mijn wandelweekend is gered door een wild paard.
Aan iedereens schoenen bij de bushalte kon ik zien dat ik niet de enige was die besloten had vandaag het eerste stuk van het Trekvogelpad te lopen. Waren er nog twee mensen geweest, dan hadden we een probleem gehad, want er mogen maximaal acht mensen in de bus.
Zijn er mensen die de kleuren van de kust, de weg over de duinen en dan dat weidse grijs-blauwe uitzicht kunnen ondergaan, zonder diep in te ademen en te ervaren dat je precies bent waar je moet zijn? Of zonder er een foto van te maken? Want dat is een andere uiting van precies hetzelfde gevoel dat er aan ten grondslag ligt.
Ik was moe die dag. Alsof ik te weinig geslapen had, of te veel alcohol had gedronken, terwijl ik niets geks had gedaan.
Op het strand was ik, als enige moment die dag, blij dat ik mijn thermolegging had aangetrokken. De wind probeerde overal door mijn laagjes heen te waaien.
Ik begon met wat te ergeren aan dat vrolijke jonge spraakzame stel dat ik maar bleef tegenkomen. En de pracht en praal van de duinen registreerde ik zonder het te voelen. Ik hoorde het harde gebonk van mijn nieuwe wandelschoenen en twijfelde of ze me wel pasten.
Ik voelde me zo moe. En ik begon iets krachtigs te denken, namelijk dat ik dit voor mijn plezier doe en dat als ik nu dus geen plezier had, ik dus beter naar huis kon gaan.
Ik kon zó een bushalte zoeken. En daarna lekker thuis binnen gaan zitten. En die praktische dingen doen die thuis op me wachtten. En er was ook nog een heleboel te knutselen. En die serie waar ik aan begonnen was, begon ook te lonken.
Het is heel krachtig want als je zo begint, dan ben je al bijna gestopt met lopen. Ik kloste met mijn nieuwe schoenen door het mulle zand van de duinen. En ik pakte mijn telefoon om mijn slaapplaats voor vanavond te annuleren.
Ik vond in mijn telefoon mevrouw V. Op de Fiets. Ik wilde echt nét gaan appen dat ik me niet zo lekker voelde en dat ik toch niet zou blijven slapen, toen ik het zachte gebries van een wild paard hoorde aan mijn rechterzijde.
Het paard had net geplast en liep, de penis nog nadruppelend, mijn pad op. Om even verder te gaan grazen bij een stel andere paarden.
En door dat paard draaide alles om. Toen besefte ik weer waar ik was. En pas toen registreerde ik dat ik een pas op de plaats nodig had. Er was een boomstronk om op te zitten. Ik deed mijn ogen dicht. En vroeg mezelf wat er aan de hand was.
Dit doe ik de laatste tijd vaker. En het bi-zarre is dat ik dan zelf antwoord geef. Ik zei zelf dat ik verdrietig was. En andere ik snapte waardoor dat kwam.
En toen ging het weer, en wandelde ik die dag nog lang en gelukkig.
Bart van der Kraan
Ik zie je daar zitten en afvragen, zoals je schrijft.
Pieter Smagge
Dank je Sanne, dit was mooi om te lezen. Fijn dat je weer schrijft.