De serie "wandelwoorden" schrijf ik voor wandel.nl.


 

Wandelaar en liefhebber van woorden, Sanne Bloem, verzamelt en bedenkt wandelwoorden, oftewel  begrippen die wij wandelaars allemaal herkennen. Haar nieuwe vondst: Bospoepen. 

 

Ik was nog geen wandelaar, toen ik met mijn moeder door de bossen bij het Drentse Uffelte liep. Het vroor, waardoor de meren ijzig en betreedbaar waren geworden. We hadden daar iets creatiefs gedaan. We willen nog wel eens intuïtief gaan schilderen of holistisch kleien, zoiets moet het geweest zijn. En daarna hadden we een stevige boswandeling gemaakt.

 

Het zijn geweldige bossen. Grote bomen, lange meren. Genoeg bos om lang te wandelen. Toen we bovenaan een heuvel kwamen, voelde ik aandrang om te poepen.

 

Ik heb begrepen van andere mensen dat zij kunnen voelen dat ze moeten poepen, en dan úren later pas naar de wc moeten. Bij mij werkt dat heel anders. Bij mij is het minutenwerk. 

 

Ik deelde mijn euvel, boven op die heuvel, met mijn moeder. Die vertelde daarop vrolijk dat er niets leukers is dan poepen in het bos. Poepen in het bos! Dat was nog nooit bij me opgekomen.

 

Maar als je daar zit, ontbloot, geïmmobiliseerd en kwetsbaar in het stille bos. Het is prachtig. Je hoort opeens extra vogels. Als je geluk hebt en het is koud genoeg, zie je de damp van je kunstwerk opstijgen.

 

Nu even afdekken met blaadjes. Ik ben geen bioloog, maar het lijkt me gewoon beter voor iedereen als je die drol een beetje toedekt. En je laat geen papier achter. Natuurlijk neem je als wandelaar altijd een zakje mee voor je afveegpapier.

Poepcitaat tijdens het lopen van de GR131, Tenerife:

“Om 7:00 uur sluip ik de tent uit om mijn buurman niet te wekken. Rillend en krakend loop ik  over de glitterend bevroren, witte bosbodem. Tijd voor een bospoep. Op een mooie plek, waar ik helemaal alleen ben, midden in een bos, op een grote buitenlandse berg. En het is zo’n je-hoeft-niet-te-vegen drol. Wat een feest.”

Jaren schrijf ik pas een verhaal over hoe ik me besefte dat je behoefte doen ook in het bos kan, en hoe fijn het is. Van de eindredacteur van Wandel leerde ik toen dat bospoep wordt gezien als chemisch afval en dat het niet is toegestaan. “Je kunt wel in een zakje poepen” zei ze. Ze hebben er  wel een artikel over geschreven, dat paste voor hen beter dan een (persoonlijke) column.

Maar ik was nu wel benieuwd: hoe is het om in een zakje te poepen?

Bij mijn volgende wandeling klom ik over een hekje (was ook al niet toegestaan, stond op een bordje), schuilde achter een schuurtje, vouwde een ziplock-zakje open (je vouwt het zakje om zodat je de sluitstrip schoon houdt) en deed mijn gevoeg.

Het past allemaal in één zakje, ontdekte ik daar kakkende.

Ik flapte de randjes weer om, sloot de ziplock en had nu een warm zakje van mijn eigen uitwerpselen. Nergens was een prullenbak. Gelukkig had ik van de lunch nog een plastic zakje over, dat deed ik er voor de zekerheid nog eens omheen, en stopte het geheel in een voorzakje van mijn rugak.

Bij een prullenbak zo’n 45 minuten verderop, deponeerde ik het nu afgekoelde zakje. Ik zal het nog veel vaker moeten doen om hieraan gewend te raken.

 


BOSPOEP

|Je behoefte doen in het bos, (aanrader) 


noot: Deze werd niet gepubliceerd op wandel.nl, maar vond ik zelf te leuk om ongelezen te houden.