de eerste keer wildkamperen (GR 131)

Ik liep de "GR131" op Tenerife: een afwisselende langeafstandwandeling van 85,4 km. De tocht voert langs de Teide: de grootste vulkaan van de Canarische eilanden. De hele reis beschreef ik in zeven delen. voorbereiden, dag 1, dag 2, dag 3, dag 4 , dag 5 en dag 6.

dag 1 – 9,5 km – Arona tot voorbij Arona

Mijn tas is zwaar door het water voor twee en eten voor ruim vier dagen, als ik in het bergdorp Arona de bus uitstap. Meteen loop ik een processie in. Wit-rood geklede dorpelingen spelen dwarsfluit en dansen, ze hebben het gelaten enthousiasme van mensen die zoiets net te vaak doen.

Ik baan me een weg door het publiek, richting het startpunt van de GR131. Mijn Spaans is beperkt en die beperkte kennis is roestig. Maar niet voor alle gesprekken heb je taalkennis nodig. 

Een vrouw in klederdracht roept een prachtige koeienmenner met straalblauwe ogen toe. ‘Hoe heet je koe?’, vraagt ze. ‘Ik heet Jean Carlos’* roept ‘ie. ‘Nee,’ lacht ze ‘niet jij! Hoe heet die mooie koe van je?’ Ze krijgt een glaasje wijn en ik een handje gedroogde vijgen. Ze vraagt ook een glaasje voor mij.

Hoeveel kilo ik precies mee sjouw weet ik niet precies. Ik heb thuis de tas gewogen, maar heb wat dingen achtergelaten in het hostel waar ik de eerste nachten sliep. En meer eten gekocht. En ik draag 5 liter water. Ik wil geen dorst.

Er is maar een klein aantal waterpunten onderweg. Om de twee dagen kun je bijtappen.

Wit-rood

Daar is ze, de eerste wit rode markering. Ik loop een dalletje in. Weg van alles dat mensenhanden maken. Het landschap is dor, rood zwart en stekelig. Tussen de cactussen schieten salamandertjes weg, maar verder woont hier weinig.

Het eerste wandeluur is altijd een uur wennen, verstellen, kleren veranderen, extra zonnebrand, lossere danwel strakkere veters. En dan kom ik in mijn ritme.

Vandaag doe ik rustig aan. Ik heb me een keer stukgelopen in de Nederlandse bergen (het kan!), daarom wil ik vandaag niet te ver lopen. Wennen aan het gewicht van de tas en het vele stijgen. Daarom ben ik pas aan het begin van de middag begonnen met wandelen.

Vlak voor een kleine stijging tref ik de eerste tegenwandelaars aan, met de grote rugzakken die verraden dat ze ook wildkamperen. Nederlanders ook. Deze normaal ogende 50’ers zijn op dag vier van hun tocht, en bijna klaar! Ze liepen ruim 85 kilometer in vier dagen. Wat een wondermensen.

‘Het wordt Koud’, waarschuwen ook zij me. Hij geeft me een warmtepleister cadeau, die blijft zestien uur 50º C. Wat een fijne gift! Zij heeft de gebroken glimlach van een wandelaar op de laatste dag. Boven ons bespikkelen paragliders de lucht.

Wildkamperen

Ik passeer een restaurantje. Ik ga er niet binnen want ik ben pas net weg uit de bewoonde wereld, heb nog geen verlangens. Ik begin mijn heupen, benen en voeten te voelen. Het is vijf uur. Ik heb nog twee uur zonlicht, maar mijn gedachten dwalen al af naar stoppen. Dit signaal geef ik de aandacht die het verdient. Het betekent dat ik moe ben. En in plaats van doorgaan omdat ik vind dat ik vandaag meer of langer zou moeten lopen, kijk ik meteen uit naar vlakke, verstopte plekken.

Het wordt de eerste wildkampeernacht van mijn leven. Ik was hier het meest zenuwachtig over voor ik vertrok. Ga ik een plek vinden? Hoe moeilijk is het? Lukt het wel? Word ik ontdekt?

Ik heb het altijd al eens willen doen, maar ik durfde niet. Vandaag doe ik het voor het eerst, er zijn simpelweg geen andere overnachtingsmogelijkheden op de route. Het is niet legaal, en dus extra spannend.

Al heel snel zie ik een onverhard karrenspoor naar beneden, van de GR131 af. Rechts van de weg ligt een grote vlakke open plek, veel te veel in het zicht. Maar iets verderop buigt de weg naar rechts en kan ik de bosjes in. Daar is een open plekje, zó mooi. Maar ik loop nog wat verder, en je gelooft het niet, dat plekje is nog beter. 

Ik sta verstopt tussen de struiken, er is een steen om op te zitten. 

Ik zit stil. Nu kan ik horen dat ik ver weg van alle mensen ben. Want er is niks. Geen auto’s. Geen mensengeluid. Geen paraglyders in de lucht. Een paar kwetterende vogels. Soms slaat er een hond aan in de verte.

Langeafstandslaper

Ik verwarm water, roer, en eet in stilte uit een zakje, zittend op een steen in de zon. Ik kan niet geloven hoe erg ik geniet van hier zijn, en hoe ik genoten heb van vandaag.

Mijn nieuwe tent zet ik voor het eerst op in de buitenlucht. Ze past precies tussen alle struikjes. Ik ga op mijn matje liggen en staar naar het groene buiten. ‘Ik ben nog helemaal niet zo moe’ denk ik terwijl ik de tent dichtrits. Veertien uur later word ik weer wakker. Een langeafstandsslaper.

* mogelijk heette hij anders

← Vorig bericht

Volgend bericht →

2 reacties

  1. Mooi en spannend!!
    Maar ook juist weer heel ontspannend! Leuk! Dank dat je dit deelt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *