dag 5 – 13,9 km van La Orotava tot in de bossen bij Las Palomas
Voor nog geen 2€ rijdt een bus me weer honderden meters omhoog, terug dichtbij de route. Met precies genoeg eten, water en een nieuwe zak koekjes loop ik meteen een mooi stuk in. En het begint te regenen.
Vandaag houdt de regen niet op. Er zijn ook niet veel foto’s van deze dag want ten eerste was het te nat om foto’s te maken en ten tweede was het zicht zeer beperkt door alle wolken. Alle vergezichten die lopen door de bergen extra opfleuren, miste ik*.
Gelukkig had ik in de friswitte lakens van een chique hotel geslapen. Ik had bij het ontbijt kleine chocoladebroodjes gegeten en een ei, en fruit, en toast. Ik was opgeladen.
Er zijn een heleboel nadelen aan regen. Je wordt koud, nat en alles is nét iets minder mooi. Maar soms regent het nu eenmaal. Kun je weinig aan doen.
Het regende niet hard, het miezerde. Echte regen was echt nog vervelender geweest. Zie je, het kan altijd erger.
Ik ben na een uur doornat, ook onder mijn jas, maar zolang ik blijf bewegen is dat geen probleem.
Ik heb het enorm naar mijn zin. Ik ga nu in de survival-stand: blijven wegen, goed eten. Ik voel me een overlever. Ik word efficiënt. Ik ben een oermensssss, in praktische plastic regenjas.
Er is nergens een grotje of afdakje om te schuilen. Ik eet snel de resten van de risotto die ik twee dagen geleden op de top kookte. Fijn dat ik die bewaard heb want als ik vandaag de tijd zou nemen om iets klaar te maken, koelde ik veel te veel af en werd mijn tas en mogelijk de inhoud nog natter.
Ik loop in mijn nopjes, gevoed en niet afgekoeld verder. En daar, midden op deze van mensen verstoken, natte, koude, mistige, bewolkte, hoge berg, kom ik een trailrunner tegen. Iemand die het hele stuk dat ik met pijn en moeite uit mijn nattekuiten pers, aan het rennen is. Het is belachelijk, zeg ik met gevoel voor bewondering. Ik ga ook wel eens trailrunnen maar dat doe ik dan en kilometer of tien, in Vianen.
Zo ziet het eruit. Het is wonderlijk, sprookjesachtig en nat. Aan de bomen hangen plukken mos die het bos een zweem van eeuwigheid geven.
natte Duitsers met honger
Ik ben inmiddels al zo’n 3,5 uur op pad als ik twee natte Duitsers tegen kom. Het zijn niet de eerste verdwaalde Duitsers die ik deze reis tegen ben gekomen. In mijn beleving zijn Duitsers altijd heel punctueel en beheerst en echte nooitverdwalende natuurmensen. Maar ook van Duitsers zijn er vele soorten en maten. Er zijn genoeg Duitsers die geen idee hebben hoe ze moeten navigeren in de wildernis, zoals deze.
Ze zijn dolblij dat ik Duits spreek. Ze willen terug naar recreatie zone “La Caldera”. Die zone is dichtbij waar ik vandaag ben vertrokken. Ze moeten dus nog heel ver terug lopen naar hun auto. En het is koud. En het is al half 4 en het wordt donker rond 18.30 uur. Ze zullen dus sowieso een stuk door het donker moeten lopen. Ik bied ze eten aan (hoeven ze niet, zonde) en probeer ze mee te geven dat het pittig wordt, maar dat ze het wel zullen redden.
Hoe kan dit? Veel mensen navigeren met Google Maps, dat is niet genoeg als je door de natuur loopt. Het is beter om een combinatie van verschillende apps te gebruiken, waaronder maps.me en bijvoorbeeld wikilock. Verschillende apps geven je verschillende soorten info op verschillende momenten. En dan nog loop je af en toe verkeerd.
Een andere reden is dat wij er in onze natuur mee weg komen, om niet goed op te letten. Je kunt vaak in het bos lekker op je gevoel blijven lopen en als je geen zin meer hebt, loop je zo weer terug naar de auto. In de bergen zijn niet zoveel paden, minder ruimte voor gedachteloos gedwaal. Maar deze Duitsers, ze zullen vast koud, nat, chagrijnig en hongerig terug bij hun auto zijn gekomen. Ze hebben het vast overleefd.
In dit stijle berggebied zijn rechte, open plekjes zeldzaam. Ik kom er een tweetal tegen in het gebied waarvan in weet dat het het laagst is dat ik vandaag kan slapen. En lager slapen is warmer slapen. Het is nog nét wat vroeg, maar toch besluit ik te stoppen. Het plekje ligt aan het pad, maar erachter ligt nog een plek, en daarachter nóg een plek. Daar sta je redelijk verstopt.
nat wildkamperen
In het zicht van of dichtbij het pad staan is niet fijn als je wildkampeert omdat je niet ontdekt wilt worden. Niet door boze boswachters maar nog meer niet door mannen met boze bedoelingen.
Daarom zet ik mijn tent buiten het zicht. Ik voel me niet onveilig. Het is zo leeg in het bos, de kans dat iemand me er vindt is klein. Ik heb de luxe dat ik geen angst voel, me er niet overheen hoef te zetten om hier alleen in een nat bos te kunnen slapen.
Dikke druppels vallen van de takken af, het is moeilijk te zeggen of het nog regent. De tent moet ik zo snel mogelijk opzetten, terwijl ik de tas met daarin mijn kleren zo droog mogelijk probeer te houden.
Het lukt vrij aardig. De kleren die ik niet aanhad zijn nog droog. Die trek ik dus allemaal aan.
Mijn natte kleren vouw ik in elkaar in een hoekje, dat wordt een kille start morgenochtend. In mijn slaapzak is het warm.
Ik maak wat eten klaar, hangend uit de tent. Ik snij heel rustig tijd zat groenten in kleine blokjes. Wat is het fijn om een goed mes bij je te hebben. Ik kook en probeer de vlammen weg te houden bij mijn zeer vlambare tent.
Het is al vroeg, niet eens donker. Ik luister nog een paar uur naar een podcast, terwijl de druppels op het tentzeil vallen. Het is niet koud. Ik lig in een enorm bos. Warm en met een vol buikje. Wat een plezier.
——-nagedachten – – – —- —–
- *vanwege de mist, yeah
Kirsten
Dankjewel. Weer een heerlijk verhaal. Ik herken de regen. Dat soms ook zo lekker kan zijn tijdens het hardlopen. Leuk weer je tocht te volgen en over je schouder mee te koekeloeren. Leuk ook, dat lekkere warme eten. Ja dat kan zo fijn zijnBedankt voor deze vrolijkheid deze dag!