Wat je nodig hebt, dat is veranderd.
Wandelen doe ik, omdat ik hou van bewegend ergens naartoe gaan en van calorieën verbranden en van natuur door mijn ogen naar binnen, van frisse lucht en de ontspanning die het geeft en de vrijheid en mensen ontmoeten die ik niet had gepland te ontmoeten en van dan ergens een taartje eten. Zo blijkt achter “wandelen” een heel scala te zitten aan behoeftes die bevredigd worden door dat wat ik wandelen noemde.
Maar nu is zoveel veranderd. Met een meetlint in mijn ogen loop ik buiten. Als ik nu ga wandelen is het vaak nét te druk. Mensen die naast elkaar blijven lopen of fietsen als ik wil passeren, ik veracht die. Het verachten vermoeid. De anderen die zich niet strikt genoeg aan de regels houden. De mensen die te dicht bij me komen, of bij elkaar. De stress!
De eerste paar keer dat ik ging wandelen schrok ik me een hoed want het wandelen was het wandelen niet meer. Dat wat ik eerst gebruikte om bepaalde behoeftes te bevredigen, was helemaal veranderd.
Het Netflixen dat ik deed om te chillen, als je dat de hele dag kan doen, dan is het veranderd en dient het haar oude doel niet meer.
Ik wil ook avontuur. Ik wil zo nu en dan een avontuur.
Een paar weken geleden zetten Steven en ik daarom de wekker om vijf uur ’s ochtends.
Negen minuten na de wekker stond ik huilend de croissantjes af te schrapen want ik had ze laten verbranden. Ik was gespannen van de hele Corona-ellende en die zwarte croissantjes waren de druppel. Maar we fietsten kort daarna gelukkig tóch.
De lucht was heel fris en recht voor ons gloorde het bijzonder roze. We fietsen de stad uit, het buitengebied in. Over heel heel stille, lichtwordende wegen fietsten we tot we een weiland vonden waar we zicht hadden op het oosten en voordat onze billen koud waren, was de zon al op aan het komen. Daarom zaten we daar. Ik wilde “avontuur” en “eindelijk weer eens wat anders dan thuis zitten” en “inspiratie” en ik wilde “me aan de regels houden”, “geen enkel risico lopen op Corona”, “niet op pad als er te veel mensen op straat waren”, “iets moois nieuws zien”. Die hadden we nu allemaal gebundeld.
We waren op pad en heel even konden we doen alsof we op fietsvakantie waren en alles normaal was.
De boodschappen waren eerst heel praktisch “dingen kopen voor in de mond”. Nu zijn ze een puzzel geworden van inkopen voor een aantal dagen, zonder te hamsteren, zonder al te veel te vergeten en zonder al te veel aan te raken en niet aan je neus wrijven. De tijd waarop je gaat vereist een master mind: niet op je normale tijd, dan is het is het veel te druk, niet in de ochtend (dat is voor ouderen), niet als je honger hebt (op dat tijdstip gaat iedereen, trouwens nooit als je honger hebt gaan) en sowieso niet in het weekend. Want als het te druk is, levert dat stress op. En tegelijkertijd is naar de supermarkt gaan ineens mijn uitje geworden. Vandaag nog geen levende ziel gezien in het echt: ik doe een spelt in mijn haar en ga naar de supermarkt. Wie er ook op zoek is naar familieverpakkingen hagelslag, ik mik op oogcontact. Boodschappen doen is zo anders geworden.
Uit eten gaan, daar hou ik normaal gezien van. Ik trek een fijne jurk aan en ik voel me ineens een ander wezen. Het zijn niet enkel de spijzen die me naar de horeca drijven, de andere omgeving, de ogen van de anderen, het “op avontuur in de stad”, dwarrelen en zien waar je uit komt, en waar je daarna heengaat, het is een er-va-ring.
We vinden andere manieren. Mijn buren bestelden een grote schotel met zeevoedsel van de Seafood Bar. Ik at niet mee want mijn portemonnee is leeg en ik hou qua vis ± alleen van zalm.
Ik zat er dus naast mijn zelfgebakken zeesticks* te eten met aardappelkroketten en spinazie. Omdat ik wél “vissig” wilde en wel “gezellig” en wel “gezelschap bij het eten” en wel aan een mooie instagrambare tafel zitten” maar niet “meer betalen dan mijn saldo aankan”. Het was ook een ervaring, nog fijn ook.
Zo onderzoek ik een heleboel van mijn behoeftes. Ik leg alle verschillende aspecten op tafel, bekijk ze, draai ze om en kijk met mijn hoofd schuin nog een keer. Ik hussel ze en leg ze opnieuw bij elkaar: dan heb ik nu dit gekregen op deze manier, maar dan heb ik ook nog dát nodig… waar ga ik dat dan vandaan halen?
Zoveel behoeftes, zoveel veranderd en zoveel te puzzelen en te verwerken. Geen wonder dat we allemaal moe zijn.
Ik ben benieuwd naar een behoefte die jij hebt, die nu heel anders aanvoelt of die je ineens op een andere manier bevredigt.
* dat zijn nepvissticks, ze smaken hetzelfde als dooie-vis-sticks.
Mieke
Lieve Sanne, wat een herkenbare blog. Het wandelen waar ik altijd zo ontspannen van werd, werd een moeizame tocht met mensen ontwijken en ik werd er alleen maar agressief van . Inmiddels probeer ik het bij de ander te laten en wandel in meer afgelegen stukken Nederland .
Wat een goed idee om sochtends heel vroeg een keer op avontuur te gaan .
Boodschappen doen we sinds de crisis bij Picnic .en heel soms een afspraakje op afstand , om het vol te houden
Liefs Mieke
Sanne Bloem
hoi Mieke, afgelegen wandelen is het fijnste ja! Lekker de stilte opzoeken.
Sanne Bloem
ik heb nu bij geweldloze communicatie een woord geleerd voor “de manier waarop”: het is je strategie.
bij alles waaraan iemand behoefte heeft, zijn er meerdere strategieën om daar te komen.