We gaan op vakantie. Twee weken in een heel klein natuurhuisje naast een heel groot bos in Drenthe. Er zijn daar heel gezellige pony’s, hunnebedden, er is een houtkachel, een sauna, weinig verkeer en in het dorp zijn geen winkels. Geen groenteboer, geen slager, geen supermarkt. Er is een restaurant met drieënveertig verschillende soorten schnitzel. Daar zullen we toch maar een keer naartoe gaan, als uitje.

Kijk, dit is het huisje in de zomer:
vakantiehuisje

denk er nu een paar centimeter sneeuw bij (as. zaterdag) en i.p.v. die mooie mevrouw twee verkleumde T’s, dan zie je onze vakantie voor je.

Meneer T en ik hebben een giga voorliefde voor kleine huisjes in de natuur. We hebben dan ook heel heel lang gezocht naar een mooi vrijstaand huisje, zonder omliggend vakantiepark, waar je zonder auto kon komen. We kwamen uit bij dit huisje, vlakbij een woonboerderij waar ik ooit intuïtief ging pasteltekenen (en er achter kwam dat ik daar niet van houd). Het enige wat ontbreekt is een bad in de buurt. Gelukkig mocht ik vooraf bij mijn vriendin Marjolein in bad, hoefde ik dat niet te missen.

In het niet veel grotere dorp verderop zijn een bakker en een slager, en er is een C1000. Ik weet dat, want ik heb het van te voren opgezocht. Dat moet wel anders sterf je met onze supermarktmissie al vrij snel een hongerdood. Je moet je er bewust van zijn dat je gaat eten en waar dat dan vandaan zou kunnen komen.

Dus begonnen we met plannen, maar 2 hele weken vooruit plannen, dat kan niet. We kunnen niet alles meenemen en zo lang blijft het niet goed. Als het moet, zou het kunnen maar moet het? Moeten we onszelf zo kastijden? Het is toch vakantie!

Van mij moet het wel. Ik vind als je ergens aan begint, moet je het ook goed doen. Ik vind niet dat ik mezelf 2 weken de supermarkt moet gunnen want ik heb me vastgebeten in het idee dat we er niet naar toe mogen. Dat het slecht is. Dat het geen kwestie is van gunnen. Het is een genot om er niet heen te hoeven. Ik wil graag heel streng en principieel zijn.

Maar de andere voedselverkooppunten zijn in het ver wegge Meppel (en zelfs daar zijn er maar een paar) als we echt hardcore goeie bioboodschappen willen doen moeten we naar Zwolle en daar moeten we via bus en trein heen. Natuurlijk gaan we dat doen, gekoppeld aan iets anders leuks, maar we zullen ook naar de C1000 gaan, voor de boodschappen tussendoor. Ik kijk er niet naar uit. Marjolein (de badbezitter) en meneer T vinden dat het best moet kunnen een keer. Wat vind jij ervan?