Het is zondag en het huis is een zooi. Ik ben er erg goed in om te vergeten wat Rob hier zo prachtig tekent:
Ter herinnering hangt het stripje naast het lichtknopje, en nog…
Het was een rommel. Onder meer omdat meneer T vier klussen tegelijk heeft en weinig anders meer doet dan werken en te kort slapen, maar voornamelijk omdat ik een enorme rommelmaker ben. Altijd al geweest (vraag mijn moeder hoeveel ruzie we daarover hebben gemaakt en zie de tijd vliegen).
In de keuken stond een aardige collectie vuile vaat. Die kón ik niet doen omdat we 4 dagen op rij structureel vergaten afwasmiddel te kopen en zonder afwasmiddel wordt het echt niet schoon (een vaatwasmachine hebben we al lang niet meer).
Nu was de maat vol. Ik ging eerst hardlopen en zou een pitstop maken in Lombok, bij een van de negen praktisch identieke Islamitische supermarkten-die-geen-supermarkten zijn.
Bij geen enkele hadden ze afwasmiddel. Bij eentje leken ze het wel te hebben, maar toen hij zei dat het alleen in hele grote dozen kwam, besefte ik dat er sprake was van spraakverwarring en ik verduidelijkte met een vaag handgebaar en “afwasmiddel, voor de afwas”. Ik hoorde mezelf vragen: “waar kopen jullie dan afwasmiddel?”, daarmee hem en al zijn mede-Islamieten in een hokje proppend en mezelf daar lekker buiten plaatsend.
“Bij de Albert Heijn” zei hij, natuurlijk, “maar die is niet open?” vervolgde hij vragend. Ik probeerde hem met zo min mogelijk woorden uit te leggen dat ik dat niet wist, omdat ik een jaar lang niet in de supermarkt wil winkelen en dat de AH dus niet meer tot mijn mogelijkheden behoort. Ik was tenslotte aan het hardlopen en de pitt stop begon op een pitt sabbatical te lijken. “De Albert Heijn is stom” zei ik dus maar.
Ik gaf het op, ik wilde nú afwassen. Ik formuleerde in mijn hoofd al een blogje waarin ik mezelf verontschuldigde voor mijn dwalen. Had niet gehoeven. De blauwe vriend om de hoek was nog dicht. Ik kon geen half uur wachten tot hij open ging, mijn spieren zouden te veel afkoelen.
Thuisgekomen rekte en strekte ik en klopte daarna op de deuren van alle buren, vragend om een drupje afwasmiddel. Ik weet dat veel mensen denken dat ik zulke dingen heel gemakkelijk doe, maar het tegendeel is waar. Ik vraag niet graag om hulp, ik praat niet gemakkelijk met mensen die ik niet ken. Maar ik wil het zó graag wel kunnen dat ik het toch doe, ondanks dat ik me er ongemakkelijk bij voel. En ik wilde echt graag afwassen zonder dat ik nog een keer de deur uit hoefde.
De onderbuurman, ik spreek hem bijna nooit, was thuis en gaf me zonder morren een half kopje Dreft.
Het volgende enorm inspirerende filmpje van Amanda Palmer moet je kijken.
When we really see each other
we want to help each other
En als je klaar bent moet je naar liedje nummer 9 luisteren op deze site:
http://amandapalmer.net/theartofasking/
Nu heb je vast zin om het boek te lezen waarin ze nog veel meer vertelt over haar leven en de kunst van het vragen en het maken van contact. Ik heb het net uit en beveel het je van harte aan.
w.
Heb je nog geen zelfgemaakt afwasmiddel?
Jana
Ik ging precies hetzelfde vragen :)
Mevrouw T
dat gesprek ging verder op facebook :)
(ik heb het wel eens gemaakt, maar ik ben niet zo tevreden over het resulaat)
https://www.facebook.com/pages/Plan-T/331704776942925