2/4 | Palermo – Rome – Utrecht | bus 45,1 km | vliegen 2108,9 km | bus 0,5 km | trein 57,8 km | wandelen 8,8 km | metro 2,2 km | gauto 47,2 km | zondag 12 februari 2017
Om half acht komen we aan bij het échte vliegveld van Palermo. Bij het vliegveld dat op de snelweg al wordt aangegeven, met allemaal borden en pijlen die vliegers en hun ophalers dirigeert naar de juiste hallen. Het is nietig in vergelijking met Schiphol, maar veel groter dan het terreintje achter de roestige hekken.
Mike klimt het dak van de bus op om mijn fiets los te maken en naar beneden te tillen. Ik pak mijn vijf tassen: twee fietstassen, een stuurtas, mijn rugzak en mijn handbagage. Vier van de tassen stop ik straks in één grote flightbag. Zij gaan het ruim in.
Ik vlieg vandaag naar Schiphol, met een tussenstop van bijna 8 uur in Rome. Ik hoop dat zowel mijn fiets als mijn ruimbagage automatisch naar Schiphol reizen en dat ik niet tussendoor mijn tassen en fiets hoef op te halen en zelf naar het volgende vliegtuig hoef te brengen. Dat is soms!
Er zijn altijd zoveel “wat-nou-als’en” terwijl ik nu inmiddels heus weet dat wat er ook gebeurt, ik me prima kan redden. Ik probeer zulke mogelijke moeilijkheden te negeren, want dat zien we dan wel weer.
We lopen samen naar de incheckbalie. Ik heb een paar halfslachtige pogingen gedaan om vooraf online in te checken maar dat feest ging niet door. Het hele internet en alle mogelijk betrokken apps verzetten zich ertegen.
De rij is kort. De hulpdame in het vliegtuigmaatschappijpakje kijkt naar mij, en mijn fiets en zegt: “die moet in een doos”. Ik zeg dat ik dat weet, dat ik die nog moet kopen. Ze zegt: “we hebben hier geen dozen”. En ik dacht: “jawel, die hebben jullie wél”.
Wat een dwaze gedachte was. Ik was er zo ontzettend van overtuigd dat dit allemaal goed ging komen. Echt heel rotsvast. Misschien was ik lichtelijk manisch.
Mike aanschouwt dit alles en zegt er later over: “I was honestly doubting that you’d get a box or be able to pack your bike. I didn’t want to say anything in the van though haha. You did well.”
Mooi dat hij zijn mond hield.
We lopen de hal in. Hier ga ik een doos vinden, ik weet het zeker. Ik ga op zoek naar een schoonmaker. Die hebben hartstikke veel troep en karton, ik heb een rol duct tape. Ik ga dit varkentje wassen, nee inpakken.
Aan wat mensen vraag of er ergens dozen zijn. Een beveiliger klinkt heel overtuigend als mijn fiets ziet en hij me verder de hal in stuurt: “daar kun je dat soort dingen inpakken.”
Hij is zo’n plek waar je je koffer met folie kunt laten inwikkelen.
Aan het meisje dat inpakt, vraag ik of ze mijn fiets wil inpakken. Ze zet hele grote ogen op. Ze heeft duidelijk nog nooit een fiets ingepakt in plastic. Maar het kan wel, toch? Ze belt haar baas. Vijf minuten overleggen ze over prijzen en inpakmanieren. Mike bekijkt mijn fiets kritisch op afbreekonderdelen en schroeft mijn voorlicht eraf. Ik demonteer de trappers en schroef mijn stuur los. De lucht gaat uit de banden. Ze is nu zo klein als maar kan. En dan begint de inpakster met inpakken.
Ze draait en rolt af en er gaan meters folie in. De rol is op, ze pakt nog een rol en ze blijft maar afrollen. Wij moeten de fiets optillen, draaien, kantelen, zij draait en rolt.
Hebben we tijd? Ik kijk maar niet naar de klok. Ik geloof dat het ongeveer 8 uur is. Dan heb ik dus nog bijna een uur om mezelf, mijn bagage en mijn fiets in te checken, door de douane heen te komen, het vliegtuig in te stappen, en afscheid te nemen van Mike. Oh boy.
Ze rolt en draait maar door. Steeds minder stukjes van de fiets zijn onbedekt door het blauwe plastic en dan eindelijk is ze klaar. Ze stopt. Laat me betalen en verzekert me dat mijn fiets nu verzekerd is. Dat is is maar goed ook. Toen mijn fiets, in een speciaal voor dat doel ontwikkelde superdoos uit het ruim kwam bij aankomst in Napels, was de doos gescheurd, gebutst en beschadigd. Nu, gaat mijn lieve, tere fietsje gewikkeld in veredelde huishoudfolie een woest schuddend ruim in.
Mike schuift mijn fiets naar de balie. Ik zeul met al mijn tassen. Ik ben meteen aan de beurt en weldra ingecheckt, maar mag nog wel even “negentig”, “negentien??” “nee, negentíg” euro betalen om mijn fiets mee het vliegtuig in te mogen nemen. Al met al kostte het vervoeren van mijn fiets me heen en terug €180, net iets meer dan mijn vliegtickets. Mijn spullen worden gelukkig wel gewoon in één keer naar Schiphol gebracht.
Nu ben ik ingecheckt en moet ik richting de douane. En uitzwaaiers mogen niet mee die kant op dus.
Dus we knuffelen. Hij houdt me vast en een waterval stroomt over mijn gezicht. Ik ben zo dankbaar dat ik hem tegen ben gekomen, dat we samen op reis mochten, dat we in San Vito Lo Capo eindigden, dat ik een boekenschrijver vond, dat er iemand was die me herinnerde aan dingen die ik me wilde herinneren, die mijn reislust aanwakkerde, die heel lekker rook, met wie ik kon lachen en tegen wie ik nu sta te grienen.
Ik weet dat dit het is. Dat er niet veel meer zal zijn dan dit. Hij gaat zijn eigen dingen doen, ik ga mijn eigen weg. We zullen nog online praten en we komen elkaar misschien nog eens tegen in de toekomst, maar dit is in elk geval het einde van wat we nu samen hebben gehad.
We hebben niet te lang voor al deze gedachten en tranen want ik ben dan wel ingecheckt, maar het vliegtuig kan nog altijd zonder mij vertrekken.
Ik slaak een diepe zucht, maak me los en loop licht naar de roltrap. Ik heb een kleine tas met handbagage, een hart vol dankbaarheid, een rood gezicht van tranen en ik ga een dagje naar Rome. Tijd voor een volgend avontuur.
Mensen zeggen wat
Pieter Smagge
"Grappig, die ojee-reacties, maar op het podium is best eng in het begin ..."
Margo
"Heee Sanne, Wat een heerlijk stuk. Op deze manier had ik nooit naar ..."
Pieter Smagge
"Dank je Sanne, dit was mooi om te lezen. Fijn dat je weer ..."
Kirsten
"Dankjewel. Weer een heerlijk verhaal. Ik herken de regen. Dat soms ook zo ..."