Vorig weekend sliep ik een nachtje in dat bed. Wat een bed.

Toen Marieke vroeg of ik in haar yurt * wilde blijven slapen, twijfelde ik. Blijven slapen betekende: me overgeven aan onvoorspelbaarheid en avontuur, dat vond ik spannend. Als ik gewoon thuis ging slapen, was alles voorspelbaar. Kon ik goed slapen en uitrusten van 2miljard indrukken. Maar dan sliep ik gewoon thuis. In dat zelfde bed als altijd. Avontuur! Het lonkte.

Ik ging naar een bijeenkomst van het kunstbrievencollectief Zusterhood waar ik sinds 2018 bij zit. Elk jaar rond de 18e dag van het jaar verzamelen we ons. Dan ontmoeten we elkaar en we zien wat anderen gemaakt hebben dat jaar. In een grote doos wachtten de brieven op hereniging met hun makers.

Elke maand een uitnodiging krijgen om iets bijzonders te maken is een fijne prikkel. Sommige maanden maak ik iets, sommige niet, het thema reist die maand wel altijd op de achtergrond in mijn gedachten mee.

Afgelopen jaar maakte ik vier brieven. Die met “gevonden poëzie” vond ik leuk om te maken. Lekker spelen met worden** en met het idee van “moeite doen”.

Voor het thema “innerlijk behang” maakte ik poppenhuis behang. Ik schreef daar op instagram een tekstje bij, waar ik erg tevreden over ben.

Poppenhuisbehang voor in mijn hartkamers. Je moet ook van binnen de scheuren en vlekken bedekken. De boel opleuken en mooimaken. Je binnenste moet worden beschermd met schoonheid.

Die laatst zin, daar zit een kracht in, waar ik nog van geniet. Mijn eigen zin! Komt door Zusterhood dat ik die schreef. Door die uitnodiging elke maand, ga ik dingen maken. Soms ook als ik niet wil, denk dat ik niet kan, als ik geen tijd heb om te maken. Soms spreekt het thema me niet aan of komt het er toch niet van. Prima.

foto: Marieke / Zusterhood

Het thema van deze brief hiernaast weet ik niet meer***. Ik kan me nog herinneren dat ik nét uit een overleg/brainstorm kwam met Eva toen ik de brief schreef. Die moest die dag op de post en ik kwam rondtollend van verwarring thuis en smeet de brief op papier.

Geschreven om later terug te lezen, later als ik afstand had gekregen en verder was. Meer wist over waarom ik zo overstuur raak van overleggen.

Al mijn zusters hadden het hele jaar ook brieven geschreven. Hun best gedaan, bijzonderheden gemaakt. Er waren zusters die zo bang waren om iets lelijks te maken, dat ze niets maakten. Er waren zusters die paginalange brieven schreven.

Een tiental van die zusters kwam dit weekend samen op het Hoofdkwartier van Zusterhood: daar waar Marieke woont. Een bijzondere, vrije plek waar mensen komen voor massage’s, workshops, sauna en overnachten (maar eigenlijk voor de ontastbare energie die daar stroomt). Gelukkig wel, heet het daar.

We bewonderden brieven. Interessante bundelingen kleuren en papier. Niet alles was mijn smaak, maar alles was met aandacht gemaakt. Ik heb, ondanks de afleiding, het gepraat, toch de brieven van Heleen Janssens helemaal getracht te lezen. Hoe ze me meenam op vakantie, de tent, haar hoofd in. Ik was gegrepen. (Gelukkig heeft ze een boek geschreven dat ik binnenkort ga lezen). Mijn eigen lange brief van na de brainstorm liet ik liggen, die ging ik later lezen.

Het kabbelde een beetje voort. Ik had me geprobeerd op deze middag mentaal voor te bereiden, maar dat lukt nooit helemaal. Ik kan niet makkelijk voorstellen hoe zo’n middag verloopt en wat ik er ingewikkeld aan ga vinden. Maar ik wist wél dat ik iets ingewikkeld zou vinden, en dat het me zou vermoeien. Dat nam ik voor lief want ik wilde er graag zijn.

Toen gingen we brainstormen over komend jaar, dat vond ik dus heel ingewikkeld. Hoe gingen we het komend jaar aanpakken? Er waren een aantal opties, met voors- en tegens die moesten worden besproken. Ik voelde hoe ik niet meer begreep waarover we het hadden. Wat de implicaties waren van de ene optie op mijn deelname, of ik dat leuk zou vinden. Hoe dat dan praktisch moest. Er kwamen zoveel vragen en onduidelijkheden en meningen ter tafel dat het begon te kolken in mijn hoofd.

Ik begon naar de uitgang te lonken. Ik wilde dat ze stopten met praten. Ik wist ook dat ze dit zonder mij zouden kunnen doen, want als ik er niet was geweest, werd het ook beslist. Ik voelde het kolken. Ik merkte het kolken op. Ik stelde me gerust dat ik weg mocht. Dat het prima was dat ik met brainstormen (nog) niet goed om kon gaan. Maar elke keer dat iemand weer wat toevoegde raakte ik toch meer in de war, dus heel goed hield ik me niet staande. Brainstormen is wat mij betreft een prima woord voor wat er in mijn hofd gebeurt als ik in een brainstorm beland.

Tegelijkertijd besefte ik in die storm: we hebben het over vormen van brieven schrijven, maar daarvóór is het van belang om te weten wat we willen dat de brieven voor ons doen. Onze beweegredenen. Dus dat kon ik mooi wél toevoegen aan het gesprek. Daarna liet ik mezelf uit. Ik vond een fijne hangstoel met een kleedje en kussens en uitzicht op een vijver.

Daarna wikkelde de middag zich kalm af. Meer en meer zusters gingen naar huis. Marieke liet me alleen in de yurt.

Ik liep rond. Ik app’te, keek op instagram. Ik bladerde in boeken. Maakte foto’s van de interessante pagina’s. Ik wilde iets doen, maar ook niet. Ik wilde rusten. Ik besefte me dat ik heel onrustig was. Dat duurde even. Ah, ja, hier was ik. Dit waren de naweeën van een middag. Dat wat ik aan het doen was: bijkomen. Het lopen, liggen, opstaan, boeken bekijken maar niet lezen. Mijn gedachten die warrig waren. Momentjes die terugkwamen, waarop ik wilde reflecteren. Ik had een race-geest. Ik bleef maar denken.

De brieven lagen naast me op bed. Ook die brief aan mezelf. Die liet ik mooi even liggen.Dat analyseren, uitwerken, een tijdmachine terug naar een ander overlegmoment, daar had ik nu geen behoefte aan. Ik weet al dat er tussen toen en nu zoveel veranderd is, dat ik beter kan omgaan met mijn eigen reactie op brainstormen, maar dat het brainstormen zelf nog niet beter gaat. Dat mag ik nog onderzoeken, uitpluizen, oefenen, dat mag ik later lezen, maar niet nu want

oh ja, ik ben aan het uitrusten. Dat was nu nodig. Ik vind het niet makkelijk om de vervreemding die ik voel duidelijk over te brengen. Het blijven aandringen op wel te rusten.

Als ik de volgende dag de yurt uitstap, zijn alle kleuren zijn pastel geworden. Het is nog vroeg, maar licht. Op de drinkbak van de ganzen ligt een dikke plak ijs. Ik zou een rondje moeten lopen, hardlopen. Ik zou van alles moeten want ik ben hier nu dan zou ik toch gebruik moeten maken van dat ik hier ben.

Maar dat bén ik al aan het doen. Ik ben hier gekomen om te rusten. Ik blijf die actieprikkel voelen. En binnen doe ik nog wel even een 7-minute workout want ik kan mezelf niet blijven tegenhouden.

Maar al met al rust ik.

Kijk nou:

Dan fiets ik naar huis. Ik bewonder pony’s. En heb een hele fijne dag met mijn moeder in de sauna (haar verjaardagscadeau aan mij, yes).

Komend Zusterhood-jaar wordt dus anders. Dit werd bedacht: dit jaar zit elke zuster in een cirkel, iedereen bedenkt een thema, maakt een eerste brief en daar borduren/schrijven/plakken/enz de andere zusters in die cirkel om en om op voort. Een nieuw model voor een nieuw jaar. Ik heb zin om weer geprikkeld te worden.

* Mocht je nu ook daar willen slapen, dan moet je heel lang wachten want de yurt is vrij volgeboekt komend jaar (ai)
** lekkere typfout
*** Het thema was toen "een brief aan jezelf", zag ik toen ik het net opzocht. Nou, dat was dus precies wat ik deed.