deel 1/1 |  Vallebruca-Iria – Finale  | fiets 58,7 km | wandelen 2,1 km  | vrijdag 3 februari 2017

“Are you awake?” vraagt de vertaalapp van de Fietser me vanaf de andere kant van de slaapkamer me ‘ ochtends. Hij laat zijn telefoon soms voor hem praten. Ik zeg Engelse dingen terug, herinner me dat hij ze niet verstaat en laat mijn telefoon Italiaans tegen hem praten.

Het is al veel later dan ik dacht. De luiken verborgen de ochtend. Nu haast hij zich, hij moet met de trein naar het ziekenhuis. Het is me niet duidelijk of ik me ook moet haasten, want ik kan in principe de deur achter me dichttrekken en dan is het appartement afgesloten.

Ik moet me ook haasten, blijkt. Ik trek mijn vochtige kleren aan, bah. Vaak zijn de nachten net te kort en staan de verwarmingen net te zacht om alles in 1 nacht helemaal van uitgewrongen naar droog te veranderen.

Ik schep snel mijn havermout naar binnen; hij hoeft geen hapje, grazie. Ik krijg van hem een Nutella-reep als ontbijt, die bewaar ik maar voor later. .

Al mijn spullen prop ik snel in mijn tassen, maak nog een rondje door het appartementje, ik wil nog altijd écht niks kwijtraken. Ik laat een van mijn fantastische proteïnerepen achter als cadeautje, ik weet dat hij er ook van houdt.

Hij pakt al mijn tassen in een hand (best indrukwekkend). We hollen de trap af. Ik tuig mijn fiets op en zeg: “gogogo” tegen hem maar blijkbaar hebben we ook weer niet zó’n haast want hij wil wachten tot ik óp mijn fiets zit.

Ik fiets richting zijn auto. Hij plukt nog wat sinaasappels voor me. Hij wil nog een rondje fietsen op mijn fiets om te voelen hoe die fietst. Een reus op mijn fietsje, het is een aardig gezicht.

We zwaaien en dan mag ik lekker 6 kilometers naar beneden zoeven. Warm aangekleed, de wind likt aan mijn petje. Ik heb altijd een petje op, “kamelenrace” staat erop. Het houdt de zon uit mijn gezicht alsook de regen. Petje. Ik hou van jou.

Ik ben voornemens om meteen ergens een caffé te gaan drinken, maar fiets precies langs alle koffiebarretjes (een verdienste op zich) terug naar de zee.

Vandaag is Finale mijn eindbestemming, natuurlijk ga ik erheen vanwege de naam. Ik fiets langs mozaïekdorpen, langs de zee, over bergjes, het gaat prima.

In een dorpje hou ik pauze. Ik probeer een b&b te boeken per telefoon, maar het lukt niet om te bellen, te weinig beltegoed ofzoiets, vreemd want ik heb 300 belminuten en ik bel bijna niemand.

Ondertussen zit ik in een heerlijk parkje met mozaïek in de zon. Ik ben met de Dokter aan het appen. Voor de gein heb ik eens opgezocht hoe ver ik nu van hem ben weggefietst: 1 uur en 42 minuten rijden met de auto.

Hij wil langskomen, appt ‘ie. Hij wil 102 minuten rijden voor date nummer drie. Dat vind ik leuk. Daar heb ik zin in. Vijf hele minuten zit ik me er helemaal op te verheugen…

Aah! Oké, mijn hele vakantieverhaal is een opeenhoping van persoonlijke bekentenissen geworden, maar het volgende is echt erg uh op het randje van (ja van wat eigenlijk?). Ik twijfelde of ik het erin op zou nemen, maar het is nu eenmaal wat er gebeurde en het verklaart waarom ik morgen grommend in gevecht raak met een rietstengel.

Dokter: I can come in the afternoon after lunch. So it will not be that hard come back late
Sanne Bloem 🎈: You have to go back home?
Dokter: I have to work tomorrow morning
Sanne Bloem 🎈: 😭
Dokter: I know.
Sanne Bloem 🎈: But you’ll come here today?
Dokter: That’s the plan
Sanne Bloem 🎈: Perfetto

Dokter: I come early and leave early
Dokter: Do you have a place in Finale?
Sanne Bloem 🎈: No, my stupid phone is out of credit, even though the lady in shop said it wasn’t
Sanne Bloem 🎈: I have my eye on a place
Sanne Bloem 🎈: I think we’ll arrive at the same time, quasi
Dokter: 😳
Dokter: We need to find a place for you before 😀
Sanne Bloem 🎈: I know but I can’t call* them, need to find or Vodaphone shop
(passief agressieve manier van hulp vragen: check!)
Dokter: I can call them if you want
Sanne Bloem 🎈: Oh yes call them 😍
Sanne Bloem 🎈: U rock
Dokter: Single bed or double? 35€ vs 60
Sanne Bloem 🎈: Since ur not sleeping there single
Dokter: Ok 👍
Dokter: Booked
Sanne Bloem 🎈: My hero
Sanne Bloem 🎈: I’ll bike fast
Dokter: See you there. I will text you when I leave
Sanne Bloem 🎈: Good.
Dokter: Take your time
Sanne Bloem 🎈: I don’t know how to say this carefully but I am on my period, which is great because I am not becoming a mother, but makes sex al little messy.

Hij vraagt wanneer het over is zodat hij daarna kan komen en breekt zonder het door te hebben mijn hart. Ineens voel ik me helemaal geen prinses meer. Begrijp met niet verkeerd: ik wil bovenop deze Dokter duiken. En ik vind het dolletjes als mensen met me naar bed willen. Maar door nu niet meer te willen komen, verlaagt hij -in mijn ogen- onze dates tot iets dat hoofdzakelijk lichamelijk is en ik trek het slecht.

Hij zegt: “dan kom ik later wel, zien we elkaar dan in Palermo”. “Dat is zelfs nog beter”, zegt hij, “want dan kan ik een nachtje blijven slapen”. Ik zeg: “dat zien we later wel” en fiets weer verder. Ik vind dat ik niet boos mag zijn.

De b&b waar ik uiteindelijk aankom vind ik stom. De mensen zijn onduidelijk en ondanks dat die tweede b voor breakfast staat, vertellen ze me in eerste instantie dat er geen ontbijt bij is. En ondanks dat ik de ontbijtjes in Italië veel te zoet vind, vind ik wél dat ik er recht op heb. Bed én Breakfast. Punt. Zo, tophumeur zo te horen! Overal hangen bordjes met verboden : de tafel onder de wasbak niet verplaatsen, de keuken niet gebruiken zonder vragen. Brr.

Ik lig te rusten op bed na mijn douche, naakt. Ja naakt ja, zoals je onder de douche vandaan komt. Met de deur open. Want er is verder niemand in de b&b. Ik hoor iemand de gang in lopen en roep “noooooo” en sla een dichtbij doekje om mijn naaktheid. De eigenaar van de b&b komt mijn kamer in om mijn deur dicht te doen. Echo’t bij jou ook nog de “nooooo” na? Daarmee wilde ik met 1 vrij universeel woord aan te geven dat hij zich ver ver ver van mijn deur moest houden, maar voor hem betekent dat blijkbaar iets heel anders. Het is echt geen gluurderigheid van hem, maar hij ziet persoonlijke ruimte en grenzen blijkbaar anders dan ik. De volgende dag zit ik nog even te plassen voor ik ga en dan staat ‘ie aan mijn deur te rammelen dat ik de sleutel moet inleveren. Hij gedraagt zich als een vervelende vader.

Ik ben misschien wel een vervelende dochter vandaag. Na aandringen krijg ik toch breakfast morgen. Ik gebruik weer de Italiaanse methode die nee gewoonweg niet accepteert.

Ik ben mokkerig door de Dokter, vind dat stom want ik hou niet van mokken om mannen. Ik vind de Dokter leuk, eerlijk waar, we hebben het echt gezellig, maar ik voel geen diepe zielsverbinding met hem. Ik kan prima zonder de Dokter in mijn leven.

Ik slenter wat door de lege straten van Finale. Wat een Finale. Hier is echt geen reet aan. Bij een Vodafonewinkel ontdek ik dat mijn telefoon Italiaanse nummers zonder +39 voor Nederlandse nummers aanziet, dan via Nederland gaat bellen, waardoor mijn 300-minuten-belbundel onaangetast bleef en mijn schamele beltegoed werd opgebruikt. In een supermarktje koop ik wat gezonde dingen.

Omdat ik de keuken niet mag gebruiken, gebruik ik hem toch om wat avondeten te maken. De wastafel verplaats ik trouwens ook een heel klein stukje, toch even kijken of ‘ie echt los zit.

Zal ik de Dokter op de hoogte stellen van mijn gemok? Nee, ik laat het lekker sudderen.

*bellen naar een hotel levert me altijd een goedkopere (of gelijkgeprijsde) kamer op in vergelijking met online boeken, en ik kan er makkelijker onderuit als plannen veranderen.