positieve gezondheid

Gisteren ging ik naar een training over positieve gezondheid bij “In de Kern Gezond”.

Ik kwam bij IDKG omdat ik hen kon helpen met het herstructureren en opzetten van een deel van hun administratie. Er hangt daar een fijne energie, er zijn leuke mensen en er is ruimte voor kwetsbaarheden. Ik had op dat moment behoefte aan een heel afgekaderd “ergens zakelijk nodig zijn” en zij hadden behoefte aan mij.

Omdat ik er -vrijwillig- werkte, mocht ik de training over positieve gezondheid bijwonen. Die richt zich op gezondheid van een geheel, niet alleen op gezondheid op een bepaald vlak. Het kijkt ook naar wat er wél goed gaat. Het herinnert je eraan dat je zelf vaak kleine dingen kunt doen om jezelf beter te maken, op een van de vele vlakken waarop je gezond kan zijn.

Ik kan het gedachtengoed niet zo goed uitleggen, zelfs niet na die training want het was veel nieuwe informatie en na een halfuurtje was ik al bijna aan het huilen (oh oh ooh). Ik raakte ervan in de war en toen moesten we in groepjes iets gaan bespreken wat we wilden veranderen in ons leven. En daaronder een klein stapje dat je hielp het te veranderen.

Ik schreef op dat ik wilde begrijpen waarom ik vaak moeite heb met begrijpen wat er gebeurt en hoe informatie zich tot elkaar verhoudt. Dat is voor mij hartstikke beladen dus moe + beladen + groepje + nieuw + luisteren + net klassikaal iets stoms gezegd = huilen. Ach ja, publiek wenen, begint te wennen.

Voor de training begon, sprak ik Bos, die daar ook werkt als vrijwilliger. We kunnen het prima vinden als semi-collega’s. Normaal gezien zouden we elkaar niet tegenkomen, we komen uit andere hoeken. Als wij samenwerken, altijd maximaal twee uur, dan gaat hij precies twee uur een rondje lopen. Ik ga een half uur later, want ik wil altijd nog even alleen wat afmaken.

Ik zei hem dat ik het goed vond dat hij zijn eigen grenzen bewaakte, dat hij pauze neemt als hij dat nodig heeft.

“Deed hij mee aan de training?” vroeg ik. “Nee” zei hij “ik zou wel moeten maar ik ga weg. Vluchtgedrag.” Dat laatste woord viel me op, want ik had juist gemerkt dat hij goed voor zichzelf zorgde.

Dat zorgen voor jezelf, je eigen energie bewaken, dat is geen vluchten, dat is het mooiste wat er is, want het is zelfbehoud. Ik vroeg hem het verder uit te leggen, en hij zei ook: “ik ben er te moe voor. Ik kan het niet.”

Dan niet gaan, dat is niet altijd makkelijk. En het is ook niet makkelijk als je jezelf kwalijk neemt dat je ‘vlucht’ terwijl wat je doet niet vluchten heet, maar zelfzorg. Die zelf-veroordeling, maakt het niet makkelijker. Ik herkende zijn strengheid en benoemde hoe dat voor mij was.

Er is een verschil tussen zelfzorg en vluchten en volgens mij was hij mooi op weg naar het verschil daartussen helder krijgen.

← Vorig bericht

Volgend bericht →

1 Reactie

  1. Hoi Sanne, mooi beschrijven,duidelijk,makkelijke te begrijpen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *