Ik had zin in gisteren. Ik had de hele dag nog niks gepland maar ik was van plan om iets leuks te doen met Shammy, mijn beste vriendin. Ik was opgestaan, had hardgelopen, had een 35 minuten getypt aan een stukje. Gedoucht en ging erheen.

Lopende besefte ik me dat ik er geen zin in had. Dat ik er tegenop zag. Was er iets mis met onze vriendschap? Ik begon me allerlei dingen in mijn hoofd te halen. Maar ik bemerkte die in-het-hoofdhalerij en riep mezelf tot de orde: er was niks. Ik was blijkbaar een beetje kwetsbaar vandaag. Merde.

Kwetsbaarheid valt niet echt te negeren. Ik kan niet tóch leuke dingen doen want het gaat alleen weg door weinig prikkels en vooral door weinig mensen om me heen. Ik kan het wel proberen maar meestal duurt het daardoor nog langer voor ik weer een beetje mezelf ben.

Soms is er iets aan de hand waardoor ik me zo voel: werkstress, een miscommunicatie ergens, sociale stress, iets wat ik aan het uitstellen ben, te veel input. Als ik me dus zo kwetsbaar voel, kan ik het lijstje afgaan en bekijken of er iets is op het moment dat me nu dwars zit. Ik ervaar het als erg frustrerend als ik niet weet waarom (dus zoek zoek zoek ik tot ik het vind, zie een na laatste zin van dit stuk).

Die kwetsbaarheid dat is: dat niets makkelijk meer is wat eerder eenvoudig was. Op mijn borst een druk alsof er een klein varkentje rust. Mijn gedachten dwalen enkel af naar vervelende dingen. Geluiden zijn snel te hard en doe me schrikken en ineenkrimpen. Als iets niet lukt (stekkertje zit klem achter een stoel) krijg ik de neiging om de stoel aan stukken te slaan, of om gewoon keihard aan het snoer te blijven trekken. Ik huil veel. Adem oppervlakkig. Appèls van mensen trek ik nu helemaal niet.

Ik zou vandaag ‘iets leuk’ met Shammy doen, het is zo fijn haar te zien en het lukt ons veel minder vaak dan vroeger om “zomaar” wat te doen. Vandaag: ging niet.

Ik vond voorheen dat ik me niet moet aanstellen op zulke momenten en was erg boos op mezelf dan. Dat werkte minder goed dan je zou denken.

Die neigingen zie ik nu als signalen. Er is iets. Ik wil mijn oorspronkelijke plan volgen, maar dat gaat niet. Nu moet ik: afbellen, afblazen, rusten, ademen. Op het lijstje kijken met dingen die ik nu moet doen.

Ik bouw gestaag aan een handboek. Zodat ik snap wat ik met mezelf aan moet soms. Het maken van dat handboek, vol workflows waarin staat wat ik moet doen in moeilijke situaties is werkelijk heerlijk. Het helpt met structuur aan te brengen en te leren en te groeien.

Ze had ontbijt voor me gemaakt. We kletsten wat en ik merkte dat ik niet zo veel te zeggen had (en dat vond ik stom van mezelf). Ik merk vaak pas als ik met andere mensen praat, dat het niet zo goed met me gaat.

Ik plakte aan die stilte allerlei oordelen over dat ik niet leuk genoeg ben, dat mijn leven ook echt heel saai is geworden. Kortom ik ging aan de haal met allerlei ‘haakjes’.

Er was een situatie, over die situatie had ik allerlei oordelen, ik blies al die oordelen op en had daar weer vervelende gevoelens over. Ik was best ver afgedwaald van wat er aan de hand was: ik was bij mijn beste vriendin, we hadden elkaar heel eventjes niet zo veel te vertellen. Dit gebeurt allemaal niet aan de oppervlakte van mijn bewustzijn, nee het sluimert, het sijpelt naar binnen en het trekt me helemaal leeg*. Ik herkende nu de haakjes: vooruitgang.

Ze ging iemand even helpen verhuizen en normaal gezien zou ik zeker mee zijn gegaan, op een petit avontuur dat vast was geëindigd was ergens in een supermarkt in Duitsland waar ik het personeel zou overtuigen met ons een verkleedfeest te organiseren (fictie). Maar ik ging naar huis en hoopte dat een uur alleen me zou genezen. Nu was ik de avond ervoor al erg in mezelf gekeerd en had als een spook door het huis gedwaald en had Steven me vriendelijk genegeerd. Dus dat voorspelde niet veel goeds. Ik zat er blijkbaar goed in, in dit moment en zomaar overgaan zou het niet.

Een uur hebben om beter te worden, dat werkt natuurlijk niet.

Pien sms’te me ook nog (onverwacht) of ze langs kon komen om wat te printen en te snijden (moi je suis een papierkoningin). Hoeveel stress ik daarvan kreeg, bewees alweer dat ik vandaag waarschijnlijk niet meer met mensen om ging gaan. Merde!!! Ik wilde dingen doen!!

Maar ja, dat werkt dus niet.

Was het nu werkstress die mijn misere veroorzaakte? Daar leek het de dag ervoor op want ik had wat dingen moeten doen waarvan ik me kan voorstellen dat ze me nogal deden denken aan vorig jaar toen ik van vergelijkbare werkdingen hartstikke overwerkt raakte. Maar nu het nu nog altijd voortduurt, denk ik dat we te maken hebben met hormonen. Ik weet het nog steeds niet zeker.

Voetnoten:

Waar het Frans vandaan kwam, weet ik niet. Wellicht ook een teken van kwetsbaarheid. Ik schrijf ‘m in het handboek en ga het toetsen.

*Klinkt dit jou bekend in de oren lees dan “Emotionele Flexibiliteit” van Susan David. Dat is mijn boek-van-het-jaar. Ik schreef er hier een boekverslag over.